zaterdag 17 januari 2009

Weblog Ellian & De Winter

Pakistan komt voort uit haat en godsdienstoorlog

woensdag 2 januari 2008 10:25


Het Indische subcontinent werd rond het jaar 715 aangevallen door een jihadistisch leger van het Omajjaden Kalifaat (661-749). De islam was toen al negen decennia in de wereld. Mohammed ibn Qasem Soqfa wordt genoemd als de veroveraar van Sindh. Hij richtte een slachting aan onder de ‘ongelovige hindoes’ en vernietigde de tempels van hindoes. Er werden in plaats daarvan moskeeën gebouwd. De hindoes werden in tegenstelling tot joden, christen en Zarathuztra’s niet als tweederangburgers (dhimmi’s) beschouwd. De hindoes waren gewoon ongelovigen waarvoor in het islamitische rijk geen plaats was en is.

Er waren twee opties voor de hindoes: doodgaan of zich bekeren tot de islam. Zo ving de islam aan in India. Kort na deze veroveringen werden de Arabieren uit de macht gezet. Het werd stil rond India. Een paar eeuwen later kreeg India opnieuw de aandacht van jihadisten.

Jihadtocht
Mahmud van Ghazni, voluit Sultan Mahmud Gaznawi (971-1030), was een succesvolle krijgsheer die zich, onder het kalifaat, Sultan durfde te noemen. Hij heet Gaznawi omdat hij uit Ghazn-e (in het huidige Afghanistan) kwam. Hij regeerde en verbleef ook in Ghazn-e. Over deze sultan en zijn bijzondere relatie tot dichters en filosofen zal ik u een andere keer lastig vallen. Sultan van Ghazn-e was een briljante krijgsheer, en waarschijnlijk om die redenen werd hij door de kalief van Bagdad getolereerd. Deze sultan ging bijna elk jaar op een jihadtocht. Hij kende een plek die niet ver van zijn huis lag.

India. De aanval op India gaf legitimatie aan zijn politieke macht. De islam in het subcontinent India heeft zijn verspreiding te danken aan de magische kracht van het zwaard van sultan van Ghazn-e. Zijn naam jaagt nog steeds angst aan bij sommige hindoes. Hier ligt de oorsprong van Pakistan. Wat zou een ethisch oordeel hierover moeten zijn?

Urdu
We mogen nooit kinderen die geboren worden uit een verkrachting, verantwoordelijk stellen voor de wandaden van de verkrachter. Zo kunnen we evenmin de Indische moslims de wandaden van de sultan van Ghazn-e kwalijk nemen. De islamisering van India kent een langere geschiedenis dan de levensloop van deze krijgsheer uit Ghazn-e. India werd immers een lange tijd geregeerd door de Turkse Perzisch–Arabisch sprekende moslims. In deze periode is de taal Urdu gevormd: een mengelmoes van Perzisch, Arabisch en Hindoe.

Van oudsher woonden in de islamitische gebieden van India talloze islamitische sektes en fracties, omdat het een groot en oncontroleerbaar gebied was voor het kalifaat. Nog steeds zien we allerlei vormen van de islam in dit gebied. Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van India onder leiding van Mahatma Gandhi stonden de moslims aan de zijde van Gandhi.

Moslimthuisland
Muhammad Ali Jinnah was de leider van de Indische moslims. Jinnah was een sji’iet. Maar hij presenteerde zich niet als een sji’iet. Hij wilde de politieke vertegenwoordiger zijn van alle moslims. Dat is hem zeker gelukt. Jinnah bracht een scheuring aan binnen het front van de onafhankelijkheidsstrijders. Hij streed niet voor India maar voor een moslimthuisland. De Britse kolonialisten gaven hem dat moslimthuisland: Pakistan, letterlijk betekent het Reinistan (het land van reine mensen, dus moslims). Het reine land van moslims bracht een bloedig conflict voort met de onreine hindoes.

Honderdduizenden hindoes en moslims werden vermoord bij de totstandkoming van Pakistan. De anti-kolonialistische moslims verweten Jinnah collaboratie met de Britse koloniale macht om Gandhi te verzwakken. Die generatie ziet Pakistan nog steeds als een handlanger van de koloniale machten in de islamitische wereld.

Oriana Fallaci interviewde voor haar gezaghebbende boek (‘Interview met de geschiedenis’) Zulfikar Ali Bhutto, de vader van Benazir Bhutto. Hadden de Nederlandse programmamakers dat interview maar gelezen, dan konden ze beter aan hun kijkers uitleggen wat er precies gaande is in Pakistan. Fallaci vroeg aan Bhutto: ‘Ik begrijp Indira Gandhi beter wanneer ze zegt dat de verdeling van 1947 onjuist was en dat godsdienstoorlogen belachelijk zijn in de jaren zeventig.’

Onverenigbare religies
Bhutto: ‘Mevrouw Gandhi heeft maar één droom: het hele subcontinent inpikken en ons onderwerpen. Ze zou een confederatie willen om Pakistan van de aardbodem te laten verdwijnen en hierom beweert ze dat we broeders zijn, enzovoort. We zijn geen broeders. En we zijn het ook nooit geweest. Onze godsdiensten zijn te diep in onze ziel en in onze manier van leven gegrift. Onze culturen zijn verschillend en onze mentaliteiten zijn verschillend. Vanaf de dag dat ze geboren worden tot op de dag dat ze sterven zijn een Hindoe en een Mohammedaan onderworpen aan wetten en zeden die geen raakpunten hebben. Zelfs hun manier van eten en drinken is verschillend. Het zijn twee sterke en onverenigbare religies.’

Dit is de context waaruit Pakistan is voortgekomen. De context van haat, onverdraagzaamheid, en godsdienstoorlog. Deze ellende is nooit met een alomvattende verzoening en bezinning afgesloten. De Pakistani hebben nooit kritisch naar de islamisering van India willen kijken. Ze zijn zelfs nog steeds trots op wat de vroege jihadisten in India hebben aangericht. Pakistan is, politiek-historisch gezien, een land zonder het politiek noodzakelijke ethische vermogen. Reinistan vaart in de geschiedenis zonder een ethisch anker.
 
Jinnah richtte de eerste islamitische republiek op. Pakistan is het eerste land dat zich een islamitische republiek noemde. Dit is toch ironisch! Pakistan was van meet af aan verwikkeld in een felle concurrentie met  de onreine hindoes. India wilde een democratie zijn, dat wilde Pakistan ook; India wilde beschikken over de kernwapens, allebei hebben ze nu kernwapens; India had een dynastie (familie van Gandhi) voortgebracht, dat wilde Pakistan ook (familie van Bhutto). India en Pakistan hebben één belangrijk politiek – sociale overeenkomst: het zijn feodale landen met een sterk religieuze identiteit. Pakistan zou een betekenisloos gebied zijn zonder islam.

Onmogelijk land
Pakistan is een vreemd land dat feitelijk bestaat uit vijf talen en delen: Baluchestan (Baluchi-taal), Pashtonistan (ook wordt Wazirstan genoemd, waar ze Pashtoen spreken), Pundjab (Pundjabi-taal), Sindh met hun eigen taal en niet te vergeten Kasjmier. Deze volkeren verstaan elkaars talen niet of nauwelijks. Daarom werd Urdu als de gemeenschappelijke taal aangekondigd. Pakistan, Reinstan, is ook een land zonder geschiedenis, zonder een historische cultuur, en zelfs zonder een natuurlijke gemeenschappelijke taal. Reinistan is een onmogelijk land.

Dat geldt min of meer ook voor India: een land met nog veel meer talen en religies, dat sinds 1947 met  geweld en moordpartijen bijeen is gehouden. Het subcontinent India was en is een wereld met vele koninkrijkjes. Morgen nog meer over Pakistan en Zulfikar Ali Bhutto.

Afshin Ellian

advertentie