zaterdag 17 januari 2009

Weblog Simon Rozendaal

Echte geleerden weten niet zo veel

donderdag 15 januari 2009 15:40


In de wetenschap draait het vooral om niet-weten In de wetenschap draait het vooral om niet-weten

Hoe langer ik in de wetenschap zit, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat het draait om niet-weten. Weten is onderwijs, niet-weten is onderzoek. Weten is het antwoord, niet-weten de vraag.

Ik merk ook dat alleen de echte grote wetenschapsmensen durven te zeggen dat ze iets niet weten of iets niet begrijpen. Afgelopen maandag had ik daar weer een voorbeeld van.

Ik mag sinds kort de wetenschapscafé’s van de Rode Hoed in Amsterdam leiden. Elke twee maandag van de maand. Boeiend, leuk ook dat niet iedereen op de bank naar Spuiten en Slikken zit te kijken. Er is dus nog hoop.

Fascinerend
Maandag gaf Damiaan Denys daar een fascinerende lezing. U hebt het interview met hem misschien afgelopen zaterdag in de Volkskrant gezien of u hebt hem maandagavond laat bij Pauw & Witteman gezien – toen P&W zich zo schandalig anti-Israel opstelden tegenover rabbijn Evers.

Hoe dan ook, ik wijd er ook in de papieren Elsevier nog een stuk aan, dus ik zal niet al te veel weggeven. Denys is hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam en leidt de afdeling psychiatrie aan het AMC. Hij weet heel veel van dwangstoornissen en loopt wereldwijd voorop in een heel speciale behandeling daarvan.

En hij is Vlaming.

Pesterig
Dat is niet onbelangrijk want Belgen hebben minder kapsones dan wij. Het is niet voor niks dat Vlamingen vaak van Nederlanders zeggen dat wij dikke nekken zijn.

Denys is geen dikke nek.

Na afloop van zijn lezing mocht ik het debat leiden. Ik liep wat door de zaal, liet het publiek aan het woord en had af en toe wat vragen achter de hand.

Op een gegeven moment zei ik pesterig dat psychiaters toch eigenlijk niks van de hersenen begrijpen. Deels gemeend (de hersenen zijn net als het klimaat uiterst gecompliceerd), deels om hem uit zijn tent te lokken. En wat zei Denys? ‘U hebt gelijk. We begrijpen in wezen nog buitengewoon weinig van de hersenen.’

Als iemand dat zegt, weet je dat het een goeie is. Dat hij eerlijk is en heel veel van de hersenen weet.

Geen idee
Ik moest ook denken aan een column die Ronald Giphart onlangs schreef in de Volkskrant. Zijn zoontje vroeg aan hem wat elektriciteit nu eigenlijk was. Giphart gaf een antwoord waarop het zoontje zei: ‘Ja, maar pap, wat is het nou echt?’

Giphart naar een elektricien toe en die mompelde iets over bewegende elektronen en een spanningsverschil. Maar wat is het nou echt? Geen antwoord.

Enfin, na drie tussenpersonen kwam Giphart in contact met een van de grootste deskundigen ter wereld op het gebied van elektriciteit. Weet u wat elektriciteit in wezen is? Nee, zei de man eerlijk, ik heb geen idee.

Lang leve de weetnietkunde!

advertentie