zaterdag 17 januari 2009

Weblog Ken uw crisis

De crisis verklaard: Renteverlaging

donderdag 15 januari 2009 11:00


Een renteverlaging is een signaal aan de markt Een renteverlaging is een signaal aan de markt

Een van de vaste rituelen van de economische journalistiek is het volgen van de rentebeslissingen van de belangrijkste centrale banken, de Federal Reserve (Fed) in de Verenigde Staten, de Europese Centrale Bank (ECB), die over de euro gaat en de Bank of England in Europa en de Bank van Japan.

Financiële markten houden hun adem in als de beslissers bijeen komen, voor de euro gewoonlijk op het ECB-hoofdkantoor in de financiële hoofdstad van Duitsland, Frankfurt am Main. Zelfs als de rente onveranderd blijft, is dat nieuws.

Analisten en gespecialiseerde journalisten doen voorspellingen over de uitkomst en zijn heel boos als zij door uitspraken van bankiers op het verkeerde been worden gezet. Reden waarom de ECB-bankiers tegenwoordig een paar weken voorafgaand aan de maandelijkse vergadering helemaal geen interviews geven noch toespraken houden.

Voorspelbaar
Het rentebeleid van een centrale bank moet voorspelbaar zijn, is een vaakgehoorde opvatting. Want het is enorm belangrijk voor wat er met de economie gebeurt.

Om haar positie te verhelderen geeft de ECB zelfs, als enige van de grote centrale banken, niet alleen een perscommuniqué uit, maar houdt zij iedere maand meteen na het rentebesluit een persconferentie waar de president, Jean-Claude Trichet, en de vice-president, Lucas Papademos, het besluit toelichten.

Die aanpak is indertijd ingevoerd door Wim Duisenberg, de eerste president van de ECB, toen de bank zich als beheerder van de nieuwe munt, de euro, waar moest maken naast gevestigde grootmachten als de Fed.

Jaren negentig
De grote media-aandacht voor rentebesluiten is nu vanzelfsprekend, maar in de jaren negentig was dat helemaal niet zo. Het oudste jaarverslag van De Nederlandsche Bank dat ik bij de hand heb, is dat over 1962.

De gulden was onaantastbaar, de Bank bevoegd om haar eigen rentebeleid te voeren. De officiële rente werd dat jaar verhoogd, een keer, van 3,5 tot 4 procent. Informatie daarover is te vinden op pagina 106 van het verslag. De beslissing zelf was in een kort persbericht gemeld en zeker geen supernieuws.

Prof. Martin Fase, die de geschiedenis van de bank in de jaren 1948-1973 schreef en er zelf jaren werkte, noteert dat de motivering van de rentebesluiten in die jaren ‘erg summier en niet bijster informatief’ was. Hij had zelfs een econometrische analyse nodig om te achterhalen wat voor rentebeleid de bank nu eigenlijk voerde in die jaren.

In de pas
Niet lang daarna is De Nederlandsche Bank vrijwel altijd in de pas gaan lopen met het rentebeleid van de Duitse Bundesbank.

Dat de rente in Nederland in Frankfurt bepaald wordt, dateert dus van ver voor de oprichting van de ECB. Alleen zat de president van De Nederlandsche Bank toen niet in het gezelschap dat erover besloot.

Omdat Nederland de euro als munt heeft aangenomen, vergadert bankpresident Nout Wellink nu wel mee over het rentebeleid. Samen met de chefs van de andere nationale centrale banken uit landen die de euro voeren en de in Frankfurt zetelende ECB-directie.

De chef-econoom van de ECB, Jürgen Stark, doet een gemotiveerd voorstel, de vergadering beslist. Hoe er is gestemd, heeft de ECB tot nu toe geheim weten te houden. De Fed publiceert dat wel, geruime tijd na de vergadering van het zogenoemde Federal Open Market Committee, het orgaan dat in Amerika de rentebesluiten neemt.

Geldtekort
De rente waar het om gaat is de rente die de centrale bank vraagt als andere banken bij haar krediet willen opnemen. Banken die tijdelijk geldtekort hebben, wat heel gewoon is in het bankwezen, lenen (in normale tijden) ook bij banken met tijdelijke overschotten, maar als achtervang is er altijd de centrale bank.

De kredieten worden gegeven op onderpand van bijvoorbeeld effecten uit het bezit van de lenende bank. Hoe meer soorten onderpand zij accepteert, hoe makkelijker de ECB het leven van de banken maakt. Sinds de kredietcrisis zijn de eisen verruimd.

Via de rente hoopt de centrale bank de beschikbaarheid van bankkrediet aan het bedrijfsleven en aan particulieren te beïnvloeden. De rente die een bank aan de centrale bank moet betalen als zij daar tijdelijk geld haalt, is zo’n beetje de laagste in de markt. Als die bodemrente omhoog gaat, hoopt de centrale bank dat het hele rentegebouw mee gaat bewegen. Een lagere centrale bank rente maakt dan ook voor gewone ondernemers en consumenten het geld lenen goedkoper.

Zichtbaar
In feite kan het lang duren voor zulke effecten zichtbaar worden; dat is onder meer afhankelijk van hoe de voorwaarden in elkaar zitten waarop banken aan hun eigen klanten krediet geven.

In Engeland bijvoorbeeld is het gebruikelijk dat hypotheekrente variabel is en gekoppeld aan de officiële rente van de centrale bank. Dan heeft een renteverlaging meteen effect op de belangrijke hypotheekmarkt.

In de meeste landen die de euro voeren, hebben hypotheken gewoonlijk een voor jaren vastgestelde rente. Daar heeft een lagere officiële rente dus helemaal niet zo’n direct gevolg voor de hypotheekmarkt.

Niet acuut
De ECB en andere centrale banken weten natuurlijk dat de rente-ingrepen niet acuut doorwerken. Maar ze weten ook dat tegenwoordig het psychologische effect aanzienlijk is, door alle media-aandacht.

Dit effect kan wel snel werken. Een renteverlaging is dan ook niet in de laatste plaats een signaal aan de markt: wij, de centrale bankiers, vinden dat u best wat soepeler kunt zijn met kredietverschaffing.

Sinds de kredietcrisis beleven we echter bijzondere tijden. Banken gingen elkaar wantrouwen. Zozeer, dat de onderlinge kredietverlening tussen banken goeddeels stil viel. In plaats daarvan gaat nu iedere bank naar de centrale bank, dat is dé plaats waar overschotten van de een en tekorten van de ander bij elkaar worden gebracht.

Rantsoen
De centrale banken zelf zijn heel soepel geworden met het uitlenen van geld tegen de officiële rente. De ECB deed dat vroeger bij inschrijving, de banken stonden min of meer op rantsoen. Nu krijgen ze wat ze vragen.

Toch gaat de marktrente niet voor iedereen even soepel omlaag. Banken zijn voorzichtiger geworden en ze zijn meer beducht op risico’s. Daarom vragen ze al gauw een hogere risico-opslag op krediet dat ze verstrekken.

Bovendien is de concurrentie om spaargeld flink toegenomen sinds de kredietcrisis; banken hebben graag zulk geld en willen er flink meer voor betalen. Ook dat verhoogt de rente op kredieten die ze verstrekken, of de officiële rente nu daalt of niet.

advertentie